afscheid9
rouwadvertentie
zwart omrand
de tekst
waar ik
ineens iets bekends
zie staan
een naam
die me dierbaar is
die uit mijn
leven is gegaan
wegens de
drang naar
drugs
die zijn ondergang
tegemoet is gegaan
stil sluit ik de krant
ik had gehoopt
dat je er vroegtijdig
uit zou zijn
gegaan
twee klompjes
elke dag
verscholen in haar jas
gaat ze naar
zijn graf
om te kijken
of zijn klompjes
nog goed staan
of het echt niet
veranderd is
elke dag
zet ze
ze weer recht
zodat het net lijkt
alsof hij
zo zijn bed
is in gestapt
elke dag
haar laatste daad
naar haar broer
die nooit
meer
ontwaakt
hier zijn z’n gevoelens doodgegaan
daar bij die boom
daar is het gebeurd
de auto die
te snel reed
die niet stoppen kon
het kind
dat te snel
de oversteek nam
zonder goed om zich
heen te kijken
klem tussen
auto en boom
liggend in de berm
daar stond hij
gewoon te staan
zonder dat hij
nog iets kon doen
zijn kind lag daar
zijn gevoel bleek
ineens
dood te gaan
eenzaam in zijn rolstoel
alleen maar een pijntje
in zijn rug
vertelde hij
bij de dokter
dus mocht hij
naar de fysio
om zo zijn
spieren wat
losser te maken
inmiddels heeft
hij geen vet meer
is zo mager als een lat
zijn ogen tranen voortdurend
van verdriet
omdat hij
weet dat zijn tijd
er op zit
hij dood zal gaan
geen gewone stoel meer
waarop hij zitten kan
dus zit hij eenzaam
in zijn rolstoel
te kijken
uit het raam
huil maar niet opa
mijn zoon
ziet mijn vader huilen
omdat mijn moeder
er niet meer is
stil pakt hij
zijn hand
veegt met zijn
kleine hand
over de gerimpelde wang
de tranen van het gezicht
zegt zachtjes
terwijl hij dicht tegen
mijn vader aan kruipt
huil maar niet opa
oma zal daar ook
gelukkig zijn
de hemel wacht
de laatste dagen
dat ze nog bij
ons zal zijn
al heel langzaam
is de hemel open gegaan
om haar engel te ontvangen
die daar verder zal zijn
stil sluit ik haar hand
in de mijne
even nog kijk
ik naar haar
die me zo dierbaar is
die me het leven gaf
stil huil ik mijn tranen
ik hoop dat de hemel
nog even op zijn
engel wacht
er ontbreekt nog een engel
nog even
dan is het zover
dan zal jij veranderen
in de engel
die zal zingen
in het hemeldal
nog even
dan kan je gaan
ik hoor het reeds in
je adem
die langzaam
steeds moeizamer gaat
nog even dan is de
ontbrekende engel daar
waar ze gelukkig zal zijn
nog even
dan ben jij het
die over mij
waken zal
mijn stille vriend
hij was tachtig
zijn huid
al rimpelig en grauw
stil zat hij soms te kijken
door het raam
of ik al langs komen zou
maar altijd als ik
bij hem kwam
wist ik
dat hij luisteren zou
dat hij me vertelde
wat ik het beste kon doen
altijd weer
vertelde hij me
wat hij van iets dacht
ik besprak alles met hem
nu schuil ik alleen
ergens in
die eindeloze
nacht
waar hij nooit meer
op me wacht
geslagen tegen muren
bij het horen
van het bericht
dat het echt
was gebeurt
dat jij echt
overleden was
ben ik naar
boven gerend
heb mijn handen
tot vuisten gemaakt
heb geslagen tegen
de muren
om mijn verdriet
dat van binnen zat
fysiek te voelen
mijn knokkels
tot bloedens toe
stuk geslagen
het verdriet
week niet
het hangt
nog steeds
om mijn hart
als een niet te verslagen
vijand
als mijn ogen met tranen zijn omhuld
een zakdoek
word aan me gegeven
alleen zal die
het verdriet
niet kunnen stelpen
niet kunnen laten
verdwijnen
in het niets
het is niets meer
dan een doekje voor
het bloeden
het is niets meer
dan alleen maar
iets dat als symbool
nog dienst kan doen
als mijn ogen overstromen
van tranen
mijn ogen zwart omrand
van de sporen
die de tranen
achter laten
weet ik dat
jij nooit meer
bij mij
zult zijn
de vrede kwam te laat
bij de poort
van het veld
van gevallen soldaten
klop ik aan
om even
naar binnen te mogen
om even op bezoek
te gaan
bij mijn gevallen neef
die voor de vrede
heeft gestreden
met zijn leven
even maar sta ik
stil
vervuld van verdriet
en dankbaarheid
ineens laait
de woede weer op
in mij
omdat de vrede
te laat kwam
hij niet meer
onder ons kan zijn
waar zijn alle bloemen gebleven
staan op het veld
waar een ieder
op een dag
zijn zal
kijken naar
de overgebleven
hoopjes as
van wat ooit
eens een mens was
kijken naar
het veld
waar de vlinders
nog soms
zomaar fladderen
waar soms zomaar een vogel
rond springt
kijken naar
het bankje
met een naam
beschreven
de bloemen zijn
al lang verdwenen
er ligt alleen nog
menselijke stof
onderweg naar de hemel
na het eindeloze ritueel
van huilen
van afscheid nemen
voor altijd
na het bekijken van
de geschreven berichten
in het boek
der herinnering
lig ik nu
op mijn rug
te staren naar de hemel
die met donkere wolken
is bedekt
ineens zie ik
daar een heldere vlek
die langzaam
steeds verder zich uit breid
als of de hemel
zich opent
om zijn engel
te ontvangen
die daar
verder leven zal
stenen van de leegte
een handje vol maar
heb ik mee genomen
van het graf
dat jouw verblijfplaats
is geworden
waar je nu ligt
zonder dat
ik je nog aan raken kan
daar waar de liefde
mij nog meer
raakt dan
ik ooit heb gevoeld
de leegte van mijn hart
dat met stenen
van het fundament
van liefde is gevuld
maar geen huis
meer vinden kan
geen thuis meer kan zijn
omdat jij er
niet meer bent
zacht zingt hij haar lied
aan haar bed
zit hij te kijken
naar het moeilijk ademen
van zijn kind
dat in het gevecht
om te leven
het bijna steeds
niet red
stil houd hij
haar hand vast
om te laten weten
dat hij er is
in alle stilte
hoorbaar ineens
een stille melodie
hij zingt zachtjes
het lied van haar
over kabouters
over de grote paddenstoel
terwijl hij zacht
haar liedje zingt
verstomt het geluid
is zijn kind
naar de andere wereld
over gegaan
toen liet hij haar hand los
eindeloze nachten
zittend aan haar bed
hij die haar
zo lief had
die altijd dacht
dat hij eerder zou gaan
eindeloos gewacht
gesmeekt
gebeden
om toch maar
niet alleen
achter te blijven
ineens de adem die stopt
ineens de laatste toon
van geluid
nog uren heeft hij
zitten te kijken
naar zijn vrouw
die niet meer
bij hem zal zijn
eindelijk stond hij op
pakte de telefoon
belde de arts
vertelde hem
dat zijn vrouw overleden was
de uren na het moment
van de laatste ademstoot
zat hij nog aan haar bed
hield haar hand vast
om zo bij haar te blijven
nu ze begon aan haar
reis naar eeuwig leven
om haar nog niet
over te geven
aan vreemde handen
die haar zouden wassen
aan wie hij haar
zou moeten overdragen
na de laatste woorden
die hij sprak
in de stilte waarin hij
alleen was
met haar
verlaten lichaam
heeft hij afscheid genomen
zoals het bij hem past
zij was voor hem
het mooiste wat
hem in zijn
leven overkomen is
hand vol zand
aan het begin
van het ritueel
van voor altijd
afscheid nemen
staat mijn zoontje
daar
zijn schepje in de hand
hij zal helpen
om mijn vader
toe te dekken
met het zand
zodat hij
er
voor zijn gevoel
warm bij zou liggen
terwijl ik
het boeket van liefde
op de kist leg
voordat hij echt
naar beneden gaat
legt hij een handje vol zand
op de kist
dat hij zorgvuldig
in een potje heeft gedaan
om zo zijn zand
bij opa te laten zijn
dat niet vermengt
met het zand
van een ieder
mag geraken
daarna kruipt hij tegen me aan
geeft me meer troost
dan hij ooit beseffen zal
samen hebben we
opa laten gaan
ik viel achterover van verdriet
als klein joch
van zes
steeds op bezoek
bij die vreemde oude man
die ik opa noemen moest
die woonde in een
huis bevolkt met mannen
waar hij zijn laatste dagen sleet
op een dag het bericht
dat hij niet meer was
dat hij was gaan slapen
zonder te ontwaken
gek ik voelde de hele tijd niets
ik dacht alleen maar
aan het niet meer
naar die bedompte kamer
te hoeven gaan
ineens zomaar
viel ik met stoel en al
achterover
barstte in tranen uit
besefte ineens
het verdriet
dat het leven
niet eeuwig duurt
dat het soms zomaar
over is
als mijn kindje is gaan slapen
de leegte in mij ontstaan
na negen maanden blij
me voorbereiden op
de tijd die komen gaat
alles klaar
alles voor zijn komst
bereid
ineens de eerste wee
die niet over lijkt te gaan
op een draf naar het ziekenhuis
om te worden geholpen
bij de niet te stoppen
bevallingsdrang
ineens is het dan zover
een mensenkind komt
op aarde aan
om binnen enkele seconden
weer te vertrekken
naar het hiernamaals
en zij zat boven
na een ziekbed
van maanden
was de beslissing gemaakt
de dag gekozen
het was gewoon
niet anders
de arts zou komen
zo rond een uur of acht
zodat ze samen nog even
konden praten
over hoe hun leven
samen verlopen was
terwijl de voorbereidingen
in volle gang waren
zat zij die dag boven
achter de pc
om een spelletje patience te spelen
alsof er niets aan de hand was
even voor acht kwam ze beneden
toen de arts de bel liet gaan
ze is bij hem gaan zitten
zonder een traan
de arts deed waarvoor hij kwam
daarna ging zij weer naar boven
speelde verder het spel
dat ze nu altijd
zo vaak ze wil
spelen kan
ze zoekt haar eenzaamheid ergens anders
nu haar man
dan de rust
der rechtvaardigen
heeft
loopt ze rond
door haar
zelf gemaakt paradijs
beneveld door de drank
vergeet ze haar eenzaamheid
elke dag eters
elke dag mensen
om zich heen
bij het naar bed gaan
drinkt ze haar
zoveelste fles
om zo de eenzaamheid
ergens anders te vinden
maar vooral
niet in haar hart
zijn laatste uren
de rolstoel
inmiddels verdwenen
omdat hij daarin nooit
meer zitten zal
hij ligt alleen nog
maar versuft in zijn bed
platgespoten met
de morfine
beseft hij het niet eens meer
dat hij leeft
dat hij ademt
dat hij alleen is
zijn vrouw
is niet eens thuis
doet de boodschappen
voor de week
want dat moet natuurlijk
ook klaar
bij thuiskomst
veel te laat
blijkt haar man
niet meer te ademen
is hij niet meer
nu zit ze te huilen
tranen lopen over haar wangen
ze kan niet meer
omgaan met het schuldgevoel
dat is ontstaan
omdat ze hem
niet in zijn laatste uren
in zijn armen heeft gehouden
dat ze toch gewoon
de boodschappen ging doen
zonder aan iemand te vragen
of iemand bij hem wilde zijn
nu zit ze te huilen
voelt van een ieder
het verwijt
dat ze dat heeft gedaan
maar ze wilde gewoon
dat het leven
zijn dagelijkse sleur
liet bestaan
ze wilde gewoon niet
dat hij dood zou gaan
troost je ik ga niet weg
de laatste minuten nog
dan zal het werkelijkheid zijn
dan is ze niet meer
dan zal ze echt
weg zijn
jouw ogen
van moeheid omringt
jouw tranen
die druppelen
op haar gezicht
de laatste warme kus
die je nog even kan
voordat de dood
het leven uit blust
in dat moment
kijk je me nog even aan
vraagt me of ik
bij je blijven zal
als het echt over is gegaan
ik knik alleen maar
in de serene stilte
die zich langzaam
van mij meester maakt
ik blijf bij je
totdat het leven
jou ook
weer aanraakt
soms is afscheid zomaar afscheid
vluchtige kus
de trein gaat
het is de tijd
anders kom je
te laat
hey tot gauw
ik mis je nu al
zwaai zwaai
nog een handkus
die ik zogenaamd niet vang
maar die ik opraap van de grond
aan mijn wang druk
soms is afscheid
zomaar afscheid
voor altijd
omdat de trein
nooit meer
bij het eindstation
aankomt
de guurheid van de storm
in de ergste windvlaag
rillend in mijn jas
sta ik daar
stil mijn tranen
te laten vallen
op het net
gedolven graf
stil in mijn
opgesloten eenzaamheid
het verdriet dat men
met mij deelt
maar die niemand
voelen kan zoals
ik het voel
de storm die raast
binnen en buiten mij
maakt dat ik nog
meer ril
verloren ben
in het verdriet
van jouw gaan
sneeuw geeft mij kilte weer
het plekje
waar ik
elke week
weer even kom
om zomaar even
heel stil
te staan
bij jou
de leegte
die niet
meer gevuld lijkt
te kunnen worden
eenzame voetstappen
in de sneeuw
die naar jouw
laatste rustplaats gaan
kijken bij jouw naam
de bloemen die
nu uit ijs lijken te bestaan
langzaam
streelt mijn hand
over de steen
die ik je gaf
omdat je mijn rots
in de branding was
langzaam
druppelt een traan
in de witte wereld
waarin jij
mijn warmte
altijd was
de bijl is gevallen
de diagnose
is klaar
men weet
hoe het verder
zal gaan
bestralingen
hebben geen zin meer
er is geen
hoop meer op
verlenging van de dagen
hooguit een middel
om de pijn te verzachten
de bijl is gevallen
het oordeel zwaar
langzaam
begint het afscheid nemen
traag verglijd
de tijd
die voorgoed
voorbij gaat
nooit meer je jas aantrekken
bij de kapstok
de kasten inmiddels
leeg en alles
ingepakt
in dozen
voor Polen
of de zak van Max
bij de kapstok
jouw jas
die je altijd aan had
hangt daar
als stil symbool
van wat ooit eens
zo gewoon was
zacht mijn hand
laten gaan
over de stof
de geur geroken
van vertrouwen
van veilig zijn
die jas hoef je niet
meer aan te trekken
dat gaat niet meer
stil neem ik hem op
sla hem om me heen
zo blijf je bij me
voel ik jou
nog steeds om
me heen
gebroken woorden bij het graf
had het zorgvuldig voorbereid
dat wat ik zeggen zou
over de liefde
over dat ik hem
zo missen zal
heb stil gestaan
bij de momenten
van verdriet
me grondig voorbereid
op het moment
dat ik mijn woorden
spreken zou
blijk ik in tranen
geen woord te kunnen zeggen
ik mompel alleen
ik hou nog zoveel
van jou
ik had je zoveel nog willen zeggen
natuurlijk
hebben we
eindeloos
gepraat
voordat jij
echt het leven
zou verlaten
eindeloos
over de dingen
die we nog niet
hadden uitgesproken
het afscheid van ons samen
over de tijd
dat we samen waren
de liefde die er
altijd tussen ons was
waar niemand
aan kon tornen
eindeloze lange
nachten
bij jou gewaakt
achteraf had ik
nog zoveel meer
willen zeggen
mis ik de geluiden
van je stem
als ik in gedachten
met je praat
de dood zingt zijn aria’s
op het grote veld
dat leven heet
zingt zacht
de dood zijn
aria’s
vervuld van liefde
ontstaat daar
de kaars
die telkens
even weer
ontvlammen gaat
onbegrepen op de aarde
hij nog tenger
nog dwaas
van alles wat
hij in zijn leven
al voor zijn
kiezen had gehad
stond daar
op de brug
te staren
naar het water
dat zijn naam
riep om te komen
zonder zich
nog te bedenken
spong hij
naar het lokkende water
de golven namen hem
met zich mee
onbegrepen op de aarde
dreef hij
naar de volheid
van de begripvolle
zee
het water dat niet genoeg is
zitten op het strand
het water dat
mijn ogen verlaat
dat zijn eigen
rivier maakt
naar de zee
waar ik jou
aan verloren heb
in mijn gedachten
hoop ik
dat mijn tranen
genoeg zijn
om het zilte van de zee
zoet te laten zijn
zodat jij
in rust
daar slapen
kan
de vrede kwam te laat
tussen witte stenen
vol geschreven
met namen
die ik niet eens ken
dwaal ik even
om te kijken
of ik toch
die ene naam vind
ik speur rond
ik zie ineens
de naam van
mijn gestorven oom
die voor de vrede
het land verdedigde
maar nooit heeft
geweten
of de vrede
is gekomen
het is donker om me heen
al branden alle lichten
in het huis
zelfs het bekende
lichtje op de gang
dat zo vaak
bleef branden
als ik wist dat
je wat later kwam
al dat licht
dat nog steeds
dapper een poging doet
om er te zijn
raakt me niet
de duisternis
die is gekomen
om me heen
is niet te verdrijven
is er voor altijd
langzaam
maak ik de duisternis
totaal
ik doof elk licht
ook dat in
de gang
omdat jij nooit
meer thuiskomen
kan
en dapper zong ze haar lied
haar oma
in tranen
helemaal stuk
haar man overleden
ze wist niet meer de weg
uit haar verdriet
haar kleindochter
kruipt tegen haar aan
begint zachtjes te zingen
this little light of mine
i’m gonna let it shine.
dapper zingt ze door
totdat haar oma
meezingt
samen zingen ze
het lied dat gaat
de wereld
door
ze denken dat ze weten wat ik voel
iedereen kijkt me aan
terwijl ik
achter sluiers van tranen
hier alleen sta
niemand raakt mijn
diepste gevoelens aan
men kijkt
mompelt de woorden
gecondoleerd
een ander waagt nog
om te zeggen
dat hij precies weet
wat ik voel
hoe kan hij dat weten
dat hij precies hetzelfde
als mij
heeft gevoeld
ik ben jaloers op de engelen
zij mogen met je spelen
je aanraken
je lach nog zien
zij mogen met je praten
zij kunnen je nog zien
ik ben zo jaloers
op de engelen
waar jij nu bent
omdat ik niets
meer kan
ik zit gevangen
in het afscheidsverdriet
ik ben boos omdat je geen gedag zei
je ging
we zeiden nog
tot straks
een vluchtige kus
je zou
zo weer thuis zijn
ineens valt het doek
jij viel zomaar neer
je hart was te zwak
elke vorm van hulp
te laat
nog even heb
ik je mogen zien
wat avonden jou
nog aan geraakt
maar ik ben zo boos
omdat je geen
gedag meer
zei
nu je bent
gegaan
nooit afgemaakt liedje
het begon zo heel gewoon
we zouden samen
een lied schrijven
over het leven
over de liefde
de eerste zinnen
waren al klaar
we zongen dit altijd
met elkaar
onderweg in de auto
gewoon zoals we
dat altijd doen
soms zomaar
een zin erbij
wij beiden blij
net op het moment
waarop jij opnieuw inzette
ineens een keiharde realiteit
die man in de andere auto
zag ons niet rijden
jij had geen geluk
het leven
na maanden waken
bij het bed
waarin jij alleen maar lag
stil en teruggetrokken
totdat je hart het echt opgaf
het liedje onafgemaakt
vele uren gezongen
aan het rand van het bed
zweeft nu ergens onafgemaakt
tussen hemel en aarde
tussen jou en mij
maar een half kopje suiker
de dood
heeft de liefste gehaald
ik moet nu
zorgen voor de
cake bij de koffie
en de thee
druk doende in de keuken
besef ik dat de dood
bitter smaakt
ik neem maar een
half kopje suiker
zodat ik
iedereen die eet
laat proeven
hoe bitter
dit afscheid
me smaakt
de geboortevrucht
geworpen uit haar schoot
naar maanden dragen
het leven dat
er komt
de verantwoordelijkheid
die ze op haar schouders draagt
om alleen dit aan te gaan
haar man
verdwenen
omdat de dood
hem te vroeg riep
zij zal hem grootbrengen
het kind
dat hij als
laatste cadeau
haar aanbood
vandaag stierven we jong
jij en ik
verbonden met elkaar
het geluk
dat we dachten
dat altijd bij ons
zou zijn
jij voor mij de ware
ik die voor jou
samen in het leven
voor eeuwig
dan het bericht
jij vecht tegen
een onaanvechtbaar iets
er is geen uitweg
uit deze moeizame strijd
jij net 30
ik net 34
met het bericht dat het
je strijd al verloren is
stierf niet alleen jij
maar stierf ik
met je mee
nadat iedereen vertrokken was
nadat het geroezemoes
tot stilte was
over gegaan
ik iedereen nog
gedag zwaaide
om zo alleen
achter te blijven
waar ik altijd met jou
samen kon zijn
ga ik zitten in de stilte
die me nu omringt
zachtjes begin ik te zingen
zachtjes
hoor ik een stem
die vanuit de hemel
mij bereikt
zodat ik niet
zo alleen zing
als ik heel goed kijk zie ik je zwaaien
mijn schouders gebogen
mijn hart zwaar van verdriet
staan op het veld
dat getuige is van verdriet
kijken naar jouw naam
mijn vingers die
zacht glijden over het marmer
over de letters van jouw naam
stil kijken
stil in gedachten
niet weten wat te zeggen
dan ineens een wolk
die voor de zon langs drijft
het lijkt ineens
niet meer zoveel killer
het lijkt alsof
je nu naar
me zwaait
kan hij jou vervangen
mijn ogen sluit ik
het afscheid
voor altijd
van jou
omdat je niet
verder met het leven
wou
staat weer
voor mij
ik kijk naar hem
die er zomaar
ineens is
die me raakt
toch komt de vraag
of hij ooit jou
vervangen kan
terwijl mijn hart
nog om jouw
liefde vraagt
als de dood zijn lied zingt
lokkend en verleidend
zacht en teder
komt het gezang
langzaam dichterbij
niemand die nog vraagt
niemand die er
nog durft te zijn
langzaam
komt de melodie
in het hart
stil staat het gevoel
de droom die
op de dood
wacht
vreemde crematie
onvoorbereid
als we waren
ineens het bericht
van het leven
dat niet meer
verder ging
ineens van alles
aan de hand
moesten we alles regelen
waaraan nooit
was gedacht
mensen over de vloer
die alleen maar
uit zijn op geld
om zo toch een
slaatje te slaan
uit de dood
wij in tranen
zeggen
het is allemaal goed
zo snel mogelijk
willen we dat ze gaan
om met ons verdriet
en elkaar bij elkaar te zijn
dan de dag van het laatste uur
het is een vreemde crematie
die totaal de plank
misslaat
we waren er niet goed
genoeg op voorbereid
het was totaal niet
zoals jij in mijn
herinneringen blijft
ik ga naar dromenland
mijn zoontje
staat bij zijn grootste vriend
die niet meer
lang te leven heeft
hij praat met opa over
zijn verdriet dat
opa gaat
en niet meer hem kan zien
mijn vader
verteld mijn zoon
dat hij niet huilen moet
dat hij het aan moet gaan
dat hij moet begrijpen
dat het zo zal blijven gaan
dat hij gewoon op reis gaat
naar dromenland
maar dat hij elke avond
even naar hem zwaaien zal
Hits: 138