dementie3

gekke steken

ze was de beste

die snel en kundig

elke trui

die ik verzon

in elkaar

zette

ze maakte

er ware kunstwerken van

nu zit ze soms

dagenlang

te kijken naar

een breinaald

waar mee ze

een lap doorboort

alsof ze

aan het naaien is

ze laat weliswaar

nu geen steken meer vallen

maar breien

kan ze niet meer


gaan we uit

gaan we uit?

waar gaan we heen dan?

hoe moet ik er komen?

wie gaan er allemaal mee dan?

wat moet ik aan trekken?

hoe is het weer?

duizend keer

dezelfde vragen

telkens weer

dit al weken lang

het uitje

waar mijn,

verloren in het verleden,

tante

zo naar verlangt


angst in zijn ogen

het onvermijdelijke

is daar

hij kan het

nu niet meer aan

hij kijkt

vragend iedereen aan

het is niet meer mogelijk

de verzorging

de zorgen

die zullen naar

een ander moeten gaan

mijn oom

die zijn vrouw

moest laten gaan

angst in zijn ogen

hij kan haar

nog steeds

niet laten gaan


haal me hier weg

het zakdoekje

in haar hand

ze rommelt er wat mee

kijkt iedereen aan

die er is

tranen druppelen

langzaam over haar gezicht

dit is niet wat ze wil

ze kan even

het allemaal niet aan

in haar helderheid

vraagt ze steeds

haal me hier weg

hier kan ik

niet bestaan


het servet in groot formaat

uit eten

eerst nog

even oefenen

met mes en vork

mede omdat we

inmiddels weten

dat ze nogal

eens morst

haar mooiste kleren aan

samen in de auto

naar het restaurant gegaan

gezeten aan de tafel

pakt ze het servet

wil het om haar

nek heen knopen

zodat ze netjes blijven zal

de hele tafel in rep en roer

ze pakte het tafellaken

ze versmeerde op die manier

de hele boel


als ik haar zag

bewust

van dat haar

herinnering

steeds verder

bij haar weg kroop

was ze als een kind zo blij

pakte met beide handen

dan mijn hand vast

keek me nadrukkelijk aan

om zo te proberen

mij niet te vergeten

in haar

mindere heldere momenten

van haar bestaan


ze kon niet anders

tranen bij hem

het verwijt

dat ze in

zijn gezicht smijt

hij weet dat ze

onredelijk is

dat ze niet

helemaal meer

zichzelf is

tranen om wat ze zei

het verwijt

dat hij haar

steeds verder

bij hem

laat

gaan


zo kon het ook

ze had het

eenvoudig

bedacht

hoe ze het

zou kunnen doen

vluchten uit

het tehuis

waarin ze

geen vrede vond

ze bond

haar lakens

aan elkaar

zoals ze dat zo

in films doen

ze opende het raam

wierp haar

meters lange

vluchtkoord uit

klom uit het raam

om te ontdekken

dat ze

meteen

met beide benen

op de grond

kwam te staan


geef haar een straaltje zon

het kon niet anders

daar waren we

ons erg van bewust

haar man

moest in het ziekenhuis

onder het mes

samen besloten

om haar dan maar

te laten gaan

naar een tehuis

waar ze dan

volledig verzorgd

kon bestaan

als een plant

heeft ze daar geleefd

langzaam

verdween het licht

haar kamertje

die ze met

3 anderen deelt

waar de zon

niet binnen komen kan

verscholen achter

een wirwar van

gangen

kon ze niet langer

door gaan

het licht

was te ver

van haar vandaan


ik mag geen koekjes kopen

samen in de supermarkt

haar wagen

al behoorlijk vol

ze loopt steeds terug

naar de afdeling

koek en snoep

telkens als ze

een pak koekjes

pakken wil

herhaald ze

wat haar man zei:

“geen koekjes meer,

de kasten zitten

inmiddels over vol “

dus pakt ze maar

zakken snoep

dat mag wel

volgens haar

voor als er

visite komt


ik verdwaalde er ook

samen kijken

naar haar nieuwe

onderkomen

dat verstopt ligt

ergens in

het tehuis

waar ze in haar

heldere momenten

moeiteloos kan komen

ze zal me leiden

langs alles wat er is

noemt de dingen

die ze onderweg ziet

lopend naast haar

ben ik het

spoor allang bijster

kan ik de weg terug

allang niet meer zien

zij verdwaalde er later

ook regelmatig

omdat haar gedachten

haar niet meer

de herkenbare dingen

lieten zien


te vroeg gaan staan

in haar

mooiste jas

haar schoenen

die nog kraken

van het niet

te vaak dragen

zat ze vooraan

in de kerk

haar overleden broer

ten grave te dragen

alsof het zo moest zijn

op het verkeerde moment

ging ze staan

zong uit volle borst

het danklied

over het

aardse bestaan


hij heeft vast een ander

Mijn oom

onbewust

van wat hij

aanrichten zou

stond even

wat langer te praten

met de buurman

over het weer

over van alles wat

ineens

vliegt de deur open

daar staat

mijn tante

die het niet

meer uithouden kon

in haar vervlogen

gedachten

had ze bedacht

dat haar man

met een andere vrouw

vreemd zou gaan


boze blikken door het raam

kokend van jaloezie

staat ze voor het raam

kijkend naar haar man

die zomaar

met een ieder

een praatje aan kan gaan

ze kan het niet verdragen

dat hij dat doet

wat zij vroeger

altijd zo graag deed

nu ze niet meer

helder kan denken

is dit iets

waardoor

ze hem

alles voor

de voeten smeet


tot het einde toe

tot het einde toe

heeft hij het

volgehouden

haar dagelijks

te bezoeken

samen met haar

wandelen door de tuin

arm in arm

door de tijd

die er nog was

elke keer

als hij kwam

was hij bang

dat ze er niet meer

zou zijn

dat hij niet meer

met haar kon

wandelen door

de rozentuin

dat hij haar

niet meer vertellen kon

dat hij

ondanks dat ze

nu in de schemer

van het leven is

haar altijd nog

de liefste

vond


bonbons… hoezo?

ze zit

wat uitgezakt

te wachten

op wat komen gaat

ze kijkt

om zich heen

raakt eventjes

haar

net gekamde

haren aan

helemaal in het net

zit ze te kijken

wat de dag

haar nu weer brengt

een doos bonbons

nam ik voor haar mee

ze kijkt naar me

vraag:

“wat moet ik hier nu mee?”

wat een vreemde zeepjes

voor bij het bed

ik kijk haar aan

het is dat

ik beter weet

anders had ze

me met mijn mond

vol tanden

neer gezet


leeg geplunderde kamer

hij zit

wat verdwaasd

in de kamer

kijkt om zich heen

niets lijkt nog

op de tijd

dat zij bij

hem was

alles verdween

zijn dochter

hoe goed bedoelt

nam vele dierbare

spullen mee

om het kamertje

voor zijn vrouw

een thuis te laten zijn

zodat ze omringt

met herkenbare spullen

niet meer

zo verdwaasd

in deze wereld

zal zijn


compleet het spoor bijster

verwarring alom

waar kan ze

nou toch zijn

lopen zoeken

in alle straten

overal gevraagd

ze was niet te vinden

ze was

volgens zeggen

vertrokken

met grote haast

haar koffer

had ze zelf

ingepakt

klaar om te gaan

uiteindelijk

vonden we

haar terug

met koffers in de hand

stond ze te wachten

bij het toilet

met de vraag

wanneer

die trein


als je nu niet komt dan bel ik de politie

midden in de nacht

ineens de telefoon

mijn tante belt

helemaal van streek

zegt me dat ik

nu komen moet

dat als ik dat niet doe

dat ze dan de politie belt

het is een terugkerend

gebeurtenis

ik kan niet boos zijn

op haar

ze doet dit

voor haar

is alles waar


dat is het ergste

dat ik soms

dingen niet meer weet

ach dat hoort

bij mijn leeftijd

dat weet ik wel

de herinneringen

zijn er al zo veel

het is al heel wat

dat ik al die dingen

heb mee gemaakt

het ergste is dat

ik soms

geen namen

meer weet

van mensen

die ik gisteren zag

dat ik niet eens weet

hoe graag ik ze zag


het is maar voor zes weken

na maanden

de buurt te hebben

geterroriseerd

de muren

van de gang

met poep

te hebben besmeerd

moest ze mee

ter observatie

zes weken

ergens anders heen

ze is nooit

meer terug gekeerd

naar het huis

waar ze

zogenaamd

haar hele leven

bleef


de schoenen die niet konden lopen

een stukje van de wereld verloren

terwijl ze toch

behoorlijk helder leek

waar ze ineens soms zomaar

niets meer zag zoals het

werkelijk was

ineens konden

haar schoenen niet meer lopen

was er geen jas

die haar nog past

steeds vaker

kwamen die momenten voor

heel langzaam

werd het voor ons duidelijk

dat ze echt

het gevecht

verloor


ach hemeltje

ach hemeltje

hoorde ik haar verzuchten

terwijl de was

zijn taak deed

ach hemeltje

sprak ze uit

in de stilte van het moment

ach hemeltje

wat kon ze nu nog doen

starend naar de wasmachine

keek ze raar

bleek ineens

dat ze niet

haar was

in de wasmachine

maar in de oven

had gedaan


opgesloten mens

door de chaos

in zijn hoofd

waarin soms

geen lijn te

bespeuren valt

hadden ze de poort

van de tuin

die naar het echte leven leid

afgesloten

zodat hij

toch in een

beperkte vrijheid

ergens kon zijn

de wereld om hem heen

werd steeds kleiner

steeds minder

vrijheid werd zijn deel

soms hoorde je hem

schreeuwen

soms beuken tegen de deur

opgesloten

in zijn eigen wereld

in zijn eigen tuin

komt hij nooit meer verder

dan altijd ergens

opgesloten zijn


de waterval

met emmer

met sop

met zeem

met ragebol

stond ze al klaar

haar schort

van het niet

te vernielen

nylon

in hard roze

had ze al

aangedaan

de ramen zou

ze eens laten glimmen

zodat ze vol trots

aan de buurt

kon laten zien

dat ze echt wel

proper was

begonnen eerst

water

toen de sop

toen de zeem

uiteindelijk gooien met

een pannetje water

zodat alles extra blinken deed

bij het bukken

had ze het even niet door

dat de ze de controle

over haar blaas verloor

met een natte broek

haar ramen schoon

stond ze te stralen

want ze had

naar haar idee

iets heel

bijzonders vertoont


het is niet alleen maar triest

ach dat ze haar

geest verloor

in mistige gedachten

was natuurlijk heel erg triest

maar de momenten

waarop we smakelijk

om haar hebben gelachen

maakte het wat zacht

soms zomaar was

ze er helemaal weer bij

dan ineens was ze weer

helemaal de kluts kwijt

soms momenten

waarop ze harder lacht

dan wie ook

soms de traan

om het besef dat haar

geest haar liet gaan

het is niet alleen triest geweest

met haar

alleen maar triest

dat het eigenlijk

zo langzaam

is gegaan


blinkende ramen

hadden we nou maar nagedacht

maar nee hoor

we hadden gewoon

bedacht dat

ze het wel kon

de ramen lappen

dat was een werkje

wat ze wel als

bezigheid

bij het nieuwe huis kon

getogen met emmer met zeep

een spons en ook nog een zeem

ging ze naar buiten

ging druk aan de slag

stomweg haar even vergeten

totdat we dachten

wat is dat toch voor gekras?

buiten gekomen

haar zien staan

met handen vol kleine schelpen

krassend op het raam

haar vragend waarom ze

dat nu deed

kwam het antwoord

het vuil ging er zo moeilijk af

ik pakte dus

maar de andere zeep


roerei?

pannetje op het vuur

water erin

wachten totdat

het water koken ging

ze bleef staan kijken

naar het water dat

uiteindelijk

het borrelen deed

ze pakte haar ei

ze brak de schaal

want roerei

zt ze altijd zo graag

ze gooide het

met dooier en al

in het water

er is ineens

een nieuwe soort

van eieren bereiden

ontstaan


ze mag niet naar huis

ze zucht

loopt wat heen en weer

kijkt soms wat

stil

door het raam

de deur die

zo gastvrij open ging

bleek van binnenuit

op slot te gaan

ze staat te kijken

elke persoon

die vrijuit

over straat mag gaan

gevangen in haar

wereld van gedachten

gevangen in een tehuis

waar het bordje uit

niet bestaat


meneer tegen de dokter

ze begreep het al niet

die man in zijn witte jas

wat kwam hij ook alweer doen

wat zou hij zeggen

over haar pensioen

ze kijkt hem braaf aan

dat ze uit de kleren moet

vindt ze nogal raar

maar goed

voor een goed pensioen

wil ze best wat doen

dus daar gaat alles uit

in een soort van

vertraagde striptease

de dokter pakt zijn tas

luistert hier en daar

klopt wat op plekken

knikt eens

is dan klaar

terwijl ze in haar kleren schiet

vraagt ze hem

“meneer, hoe veel is

nu dat pensioen

dat ik verdien?


het fluit overal

nou haar kunnen

we niet meer verliezen

dat is het voordeel

van dat nieuwe

apparaat

haar gehoor

was wat verdwenen

dus moest ze

aan een gehoorapparaat

hij staat zo luid

daar waar we ook zijn

je hoort hem altijd fluiten

dus we weten

altijd waar ze is


en ze knikt wel

na talloze woorden

te hebben gesproken

knikt ze nog steeds

ze lacht lief

ze is er helemaal

doet alsof ze alles begrijpt

maar ondertussen

hoort ze niets

maar toegeven

dat zal ze niet

ze knikt dapper

ja en amen

op elke voorstel

die ze niet begrijpt

te ijdel voor het apparaat

stel je voor

dat iemand

daar naar kijkt


ik versta er geen klap van

dagje uit

samen met haar

die nog steeds

in verdwaalde

gedachten

ergens rond zweeft

haar nieuwste aanwinst

in haar oor

waarvan ze het nut

nog niet begreep

samen kijken naar

de mode van dit jaar

ik vraag haar

of ze de uitleg wel begrijpt

ze knikt heel braaf

later vraag ze me

wat die mevrouw

toch ook alweer allemaal zei


zelfs op de wc

eindelijk kan ze de wereld

weer horen

eindelijk is ze er weer deel van

iedereen zal het dan ook weten

ze schreeuwt nog steeds

maar dat went

alleen op de wc

als ze stil wil zijn

hoor ik het fluiten

van haar gehoorapparaat

die ze veel te luid

heeft staan


waarom niet lachen

natuurlijk

weet ik ook wel

dat het niet echt

prettig was

dat ze dementerend was

maar goed

samen met haar

maar ook soms

om haar

gelachen

gewoon om

de spanning

te doorbreken

die er was

waarom niet lachen

zoveel triestheid

in haar leven

laten we lachen

dan vergeet

ze het

zelf ook even


ze kwam met rozen

mijn verjaardag

waarop ze voor

het laatst komen zou

ze mocht even

uit het tehuis

om even dag

te zeggen

tegen wie ze

dat wou

onderweg is ze

op de één of andere manier

ontsnapt

aan de ogen van

haar man

die altijd

over haar waakt.

na lang zoeken

vond hij haar

met een bos rozen

in haar hand

deze rozen

wilde ze me geven gaan

bij vragen waar ze die

nou had gehaald

zonder geld op zak

keek ze haar man aan

wees ergens vaag

in de verte,

bij de één of andere

oprijlaan

de rozen die ze me gaf

had ze gewoon

uit de tuin

van de deftige mevrouw

gehaald


even uit de mistige wereld

bij het laatste bezoek

aan haar

bracht ik het mee

de geur

van 4711

die ze zo lekker vind

gesprenkeld op

haar zakdoek

die ze toch al

steeds langs haar

neus wrijft

ineens een

blik van herkenning

ineens ziet ze me staan

lacht even

om weer verder

in haar mistige wereld

verder te gaan


leven met het leven van toen

opgesloten

voor haar gevoel

zit ze daar

te staren

door het raam

die ze niet

echt zien kan

kijkend naar

de tijd die

soms zomaar

verder gaat

ze heeft de grip verloren

op de dingen

die er zijn

stil in gedachten

kijkt ze

niemand aan


ze kuste haar eigen man

ze was al wat in de war

maar wilde toch nog

even naar haar broertje

die in het ziekenhuis was

bij aankomst stond

zijn vrouw al klaar

sprak over zijn toestand

over hoe het nu gaat

bij het bed,

zei zijn vrouw

dat ze haar broertje

een kus moest geven

als hallo.

ze was door de spanning

helemaal van de kaart

in plaats van haar broertje

kuste ze haar man

haar man,

al jaren geen kus

meer van haar gehad

en zeker niet in

het openbaar,

reageerde verbaasd

zei de woorden

“krijg ik ook zomaar

eentje van jou?”

waarop ze sprak

“ach kerel,

doe toch niet

zo mal!”


ik zal die trap halen

in haar val

waarbij ze haar

heup brak

na haar zoveelste val

was het duidelijk

ze verloor niet

alleen haar grip

op deze wereld

maar ook haar

gaan door de wereld

op eigen kracht

haar vertelt dat

dit het einde zou zijn

dat ze niet verder

leven kan

in het huis

wat haar huis was

het enige wat ze

telkens zei

maar ik ga wel naar huis

hoe dan ook

ik kom thuis

aan de telefoon

met haar gepraat

hoe het ging

verteld ze trots

dat ze de trap al

2 keer heeft gehaald

vanmiddag zal ze nog

6 keer hem

op en neer gaan

zodat ze zeker weet

dat ze naar huis

zal gaan


totdat haar wereld in de mist verdween

grijs dunner

wordend haar

haar rug

krom

want de last

van het leven

is haar te zwaar

haar gedachten

soms helder

dan ineens weer

alles weg

ineens komt de tijd

dat ze gekke dingen zegt

door spanning ineens

dingen doet

die niemand doen zal

verdwalen over straat

omdat ze naar

haar ouders huis

wil gaan

ineens is haar

wereld compleet

vervaagd van de kaart

zit ze gevangen

in de mist

waaruit ze niet

meer komen kan


verloren grip op het leven

haar ogen

kijken een ieder aan

zonder dat ze weet

wat de naam

ook alweer was

kijkend naar

dat wat ze wel herkent

maar niet benoemen kan

verdwaasd

verdwaald

in haar wereld

waaruit geen

ontsnapping

meer bestaat


ach het was zo lief bedoeld

haar zicht

was al mistig

door de toegeslagen staar

haar wereld

al mistig

door het heden

dat steeds verder

van haar afstaat

samen onderweg

in de trein

omdat ze zo graag

nog een keer

bij de aapjes

wilde zijn

vol van de dieren

die ze zou gaan zien

zat ze daar

naast haar een man

een kop vol

krullend grijs haar

die langzaam

in slaap sukkelde

langzaam zakte zijn hoofd

haar hand

begon over

zijn hoofd te aaien

zacht mompelde ze:

“lief hondje,

slaap maar braaf”


ze huilde haar tranen

ze huilde haar tranen

in de nacht

waar ze even

dacht dat

niemand het zag

ze huilde

stille tranen

vol van het gemis

ze huilde

om alles wat

ooit eens was

maar nu niet

meer van

haar is


verdwaasd loopt ze rond

haar handen

wriemelen in

de zakken

van haar jas

ze had toch

een boodschappenlijstje

met wat ze wilde kopen

of wat ze had gekocht

ze zoekt naar

haar boodschappentas

die toch ergens moet zijn

verdwaasd loopt ze rond

te zoeken in haar brein

waar ze geen antwoord vind

haar boodschappentas

staat gevuld

bij de

supermarkt


zo viel ze in slaap

tevreden haar knuffel

die ze al jaren

had

in haar armen

sloot ze haar

ogen voor de nacht

stil een lied

voor haar gezongen

over het kindje

dat slaap

verstoorden stilte

door het

beademingsapparaat

zo viel ze in slaap

om op weg

naar het

onbekende

te gaan


ons moment van het verlies

toen het duidelijk was

dat ze echt weg zou gaan

naar het tehuis

waar ze niet meer

uit komen zou

haar wereld verdwenen

in het kruipen naar het verleden

haar wereld niet meer helder

bij deze tijd

was het niet alleen zo

dat ze haar wereld verloor

maar wij verloren

allemaal

toen ze echt ging


zij hand die haar laat gaan

teder nog één keer

legt hij zijn hand

op haar schouder

even nog zacht streelt hij

haar haar

heel stil kijkt ze hem aan

dikke tranen over haar wangen

haar weekendtas in haar hand

ze staat klaar

niet wetende waar ze heen

gaat

niet wetende dat ze voorgoed

bij hem weg gaat

om nooit meer thuis te komen

in het huis dat haar

zo dierbaar is

dan de taxi,

ze gaan

nog één keer

kijkt ze om

ziet het huis

waar ze zo graag

heeft gewoond

wetende dat

ze nooit meer

hierin thuis komt


dat zou leuk zijn

ze staat wat

verdwaasd te kijken

naar het tafereel

van sint en piet

die ook het tehuis

waar ze woont

binnenkomt

ze schrikt van

de staf

van de roe

die bij haar

pijnlijke herinneringen

oproept

ze snikt in stilte

haar keel knijpt dicht

de verzorgers

dachten dat het leuk zou zijn

als deze helden kwamen

misschien kregen ze zo

wel hun verloren herinneringen

van hun jeugd terug

bij haar gebeurde

precies het omgekeerde

ze sloeg in haar

mistige wereld

op de vlucht


late avond tocht

haar kleren

nog wat vreemd

over elkaar

aangetrokken

maar gelukkig was

ze gekleed

niet zoals de

vorige keren

half ontkleed

haar tasje in de hand

haar boodschappenlijst

had ze keurig geschreven

met een bibberende

goede hand in Nederland

opgeschreven

3 pak suiker

1 pak koffie

2 bakjes kattenvoer

liep ze op straat

te dwalen

zich afvragend

waarom er geen

winkels meer open waren

het was toch

al 10 uur?


kattenpaté

haar verjaardag

die ze vierde

was totaal

ze had zelf de boodschappen gedaan

en alles stond al klaar

de toastjes met paté

de eieren in de salade

zelfs het koekje

bij de thee

alles had ze geregeld

tot in de puntjes toe

niemand zou iets merken

dat ze de wereld

al aan het verlaten was

met haar geest

bij het eten van de toast

kwamen de opmerkingen

dat het wel een heel

bijzondere paté bleek te zijn

vol van smaak en aroma

en dat iedereen zich er

te goed aan deed

op de vraag

waar ze de paté had gehaald

viel ze door de mand

ze liet het kuipje zien

van de sheba voor de kat

het bezoek

groen en geel

van misselijkheid

dook tegelijk naar

het toilet

ineens was het duidelijk

dat ze toch niet zo

helder meer was

als men had

gedacht

Hits: 115