ouders3

huil maar niet opa

mijn zoon

ziet mijn vader huilen

omdat mijn moeder

er niet meer is

stil pakt hij

zijn hand

veegt met zijn

kleine hand

over de gerimpelde wang

de tranen van het gezicht

zegt zachtjes

terwijl hij dicht tegen

mijn vader aan kruipt

huil maar niet opa

oma zal daar ook

gelukkig zijn


het doet geen pijn hoor oma

mijn moeder

ligt in het ziekenhuis

de staar heeft haar

zicht aan één oog

volledig benomen

haar andere oog is lui

dus ze ziet alleen maar

mistige dingen

eindelijk een plek vrij

om haar te helpen

nog even

dan moet ze onder het mes

mijn dochter staat

even naast het bed

kijkt mijn moeder aan

streelt zacht haar hand

zegt dan

oma het doet geen pijn hoor

het komt weer goed

straks kun je weer zien

hoe hoog ik ben

gegroeid


mijn stille vriend

hij was tachtig

zijn huid

al rimpelig en grauw

stil zat hij soms te kijken

door het raam

of ik al langs komen zou

maar altijd als ik

bij hem kwam

wist ik

dat hij luisteren zou

dat hij me vertelde

wat ik het beste kon doen

altijd weer

vertelde hij me

wat hij van iets dacht

ik besprak alles met hem

nu schuil ik alleen

ergens in

die eindeloze

nacht

waar hij nooit meer

op me wacht


geslagen tegen muren

bij het horen

van het bericht

dat het echt

was gebeurt

dat jij echt

overleden was

ben ik naar

boven gerend

heb mijn handen

tot vuisten gemaakt

heb geslagen tegen

de muren

om mijn verdriet

dat van binnen zat

fysiek te voelen

mijn knokkels

tot bloedens toe

stuk geslagen

het verdriet

week niet

het hangt

nog steeds

om mijn hart

als een niet te verslagen

vijand


hij brandde zijn vingers

elk jaar weer

naar de mis

van het nieuwe jaar

elk jaar weer

om zo de kerst

in ons te laten zijn

dit jaar speciaal

onze

geadopteerde zoon

zou een kaars aansteken

een versje zeggen

dat hij met ons tot

waanhoop toe

had gerepeteerd

samen op de eerste bank

met zweet in onze handen

eindelijk dan

kwam zijn moment

hij stond trots op

liep recht op zijn doel af

pakte zijn kaars

pakte de lucifers

liet hem ontvlammen

maar door wat dan ook

dat begrepen we niet

kreeg hij de kaars niet aan

brandde zijn vinger

vloekte een keer

duidelijk hoorbaar

zijn versje over

de lieve God

die alles ziet

die vrede brengen zal

was ineens

iets wat heel

erg vreemd

over kwam


kinderen van de sterren

het zijn er maar 16

dit jaar

de kinderen

die aan mij

zijn toevertrouwd

die mijn pupillen zijn

waar ik voor moet zijn

ze zijn uniek

elk met hun eigen verhaal

met hun eigen gevoel

bij de kerstmaaltijd

verteld dat ik ze

mensen vind

die een sterretje

bij zich dragen

die ik uniek vind

in hoe ze zijn

bij het weggaan

kwamen ze naar mij

om te vertellen

dat ik hun

lichtend voorbeeld ben


twee kleine gouden voetjes

twee heel kleine voetjes

die zomaar

gegeven zijn

als eerbetoon

aan de vrouw

die voor altijd

de zijne zal zijn

de moeder van

zijn nu nog

ongeboren kind

hij die haar

lief heeft

die het door

zijn gouden gift

wederom laat zien


hand vol zand

aan het begin

van het ritueel

van voor altijd

afscheid nemen

staat mijn zoontje

daar

zijn schepje in de hand

hij zal helpen

om mijn vader

toe te dekken

met het zand

zodat hij

er

voor zijn gevoel

warm bij zou liggen

terwijl ik

het boeket van liefde

op de kist leg

voordat hij echt

naar beneden gaat

legt hij een handje vol zand

op de kist

dat hij zorgvuldig

in een potje heeft gedaan

om zo zijn zand

bij opa te laten zijn

dat niet vermengt

met het zand

van een ieder

mag geraken

daarna kruipt hij tegen me aan

geeft me meer troost

dan hij ooit beseffen zal

samen hebben we

opa laten gaan


ik viel achterover van verdriet

als klein joch

van zes

steeds op bezoek

bij die vreemde oude man

die ik opa noemen moest

die woonde in een

huis bevolkt met mannen

waar hij zijn laatste dagen sleet

op een dag het bericht

dat hij niet meer was

dat hij was gaan slapen

zonder te ontwaken

gek ik voelde de hele tijd niets

ik dacht alleen maar

aan het niet meer

naar die bedompte kamer

te hoeven gaan

ineens zomaar

viel ik met stoel en al

achterover

barste in tranen uit

besefte ineens

het verdriet

dat het leven

niet eeuwig duurt

dat het soms zomaar

over is


als mijn kindje is gaan slapen

de leegte in mij ontstaan

na negen maanden blij

me voorbereiden op

de tijd die komen gaat

alles klaar

alles voor zijn komst

bereid

ineens de eerste wee

die niet over lijkt te gaan

op een draf naar het ziekenhuis

om te worden geholpen

bij de niet te stoppen

bevallingsdrang

ineens is het dan zover

een mensenkind komt

op aarde aan

om binnen enkele seconden

weer te vertrekken

naar het hiernamaals


jou als puber gekend

ik heb je gekend

als puber

heb je als mijn

pupil gegeven

wat ik kon

eindeloze gesprekken

hoe jij nou eigenlijk

jouw toekomst zag

altijd had je het

over rijk worden

veel geld verdienen

en vooral belangrijk zijn

laatst zag ik je lopen

op straat

verscholen in

een versleten jas

je blik helemaal

vertroebelt door

de drugs die

je tot je nam

ik zag je als puber

zo klein zo teer

ineens is dat beeld

van nu

wat me het meest

bezeerd


twee gezichten achter het raam

het was al laat

maar het geweld

van de nacht

wilden ze niet

aan zich voorbij

laten gaan

kijken naar

al de kleuren

die de hemel

verlichten

zaten ze daar

twee kinderen

gevangen

tussen gordijn

en glas

naar buiten te staren

naar al die kleurenpracht


groei maar

groei maar

jij mag er straks zijn

zomaar gevangen

in liefde

zomaar ben je daar

onverwachts

de droom uit gekomen

waarop ik wacht

stil genieten

stilte in het hart

het moment

waarop ik besef

dat jij ineens

zomaar

straks voor

altijd bij ons bent


verbazing van een aanstaande vader

samen naar de vroedvrouw

om te horen

of het hartje klopt

samen luisteren

naar het geklop

zij al helemaal weg

haar gedachten dwalen

weg bij de geboorte

van het leven dat in

haar groeit

ze hoort niets meer

hij luistert braaf naar

de vroedvrouw haar verhaal

bij thuiskomst

op de bank

kijkt hij naar haar

die ineens

volop in tranen

staat

bij het zien van

een auto in

de kleur rood

die eigenlijk geel

moest zijn

hij begrijpt er niets van

kijkt haar aan

hij heeft nooit geweten

dat de hormonen

zo te werk gaan


veel meer meegemaakt dan menig geen

kleine meid

ogen die staren

om het zoveelste verwijt

kan niets meer zeggen

murw geslagen

door de woorden

die al zovaak

tegen haar zijn gezegd

ze luistert niet meer

doet alsof ze

alles begrijpt

maar diep van binnen

weet ze hoe het

is

om op 14 jarige leeftijd

al te zijn misbruikt

door haar broers

weet ze hoe het is

om te worden geslagen

omdat ze gewoon

maar er is

weet ze al meer

dan menig ander

die het leven kent

ze is niet meer in staat

om te luisteren

er is niets meer

dat haar echt nog

raakt


steeds weer de wapens opgenomen

nu staat ze daar

haar tranen

als blokken bevroren ijs

aan haar ogen

die niet meer

te smelten zijn

ze heeft gevochten

om te overleven

ze heeft alles gedaan

om het gevaar te bestrijden

dat haar elke dag

weer belaagd

nu net iets te ver gegaan

wegens de onmacht

van het niet meer kunnen

verweren tegen alle klappen

die het leven haar gegeven heeft

van binnen geknakt

dood gevoel geboren

dikke lagen cement

van staalbeton

om haar hart

ze mept ze slaat

dit keer vocht ze

harder dan ooit

om zich te verweren

tegen de liefde

die haar steeds weer

verkrachte

de liefde die zonder

naar haar te luisteren

haar diep van binnen

verwonde

ineens brak er iets in haar

nam ze de wapens op

sloeg in op haar broer

met de lamp die

altijd zo beeldig

bij haar bed stond

ineens is ze niet meer zo lief

zit ze in een fel verlicht hok

waar ze haar verhaal niet kan vertellen

nu is ze weer

de zondebok


ik kom niet thuis vanavond

jas aan

zoon wil uit

stoer vertellen

dat hij vanavond

niet meer thuis komt

na het stappen

hij gaat een hete stoot

versieren..

we glimlachen beiden

en zeggen maar dat

hij zijn best maar

moet doen

we zien hem wel

weer verschijnen

stiekem wij beiden

toch wat ongerust

dat joch op zijn scooter

wie weet waar naar toe

stil wachten

tot de sleutel in het slot

klinken zal

wachten of hij

thuis komen zal

ver na middernacht

ineens de telefoon

alles gaat er door je heen

je ziet meteen

de grootste rampen

die er zijn gebeurd

zoonlief aan de lijn

of we hem kunnen halen

zijn scooter is gejat

jij die snel in je kleren schiet

ik naar beneden om

te zorgen voor

het eten tegen het verdriet

koppen koffie en thee gezet

bij thuiskomst

komen de verhalen

bij de geur van koffie en thee

blijkt hij iets te diep

in zijn glaasje te hebben gekeken

zijn scooter bleek niet

verdwenen te zijn


je verloren vader

bel op zaterdagochtend

zo rond een uur of tien

een vreemde man

staat voor de deur

ik denk meteen

dat het de jehova zijn

die wederom

het einde van de wereld

komen vertellen

dat als ik snel ben

ik nog bij de laatste

1000 kan zijn

deze man

kijkt mij langdurig aan

zonder iets te zeggen

ineens zie ik tranen lopen

over dat gerimpelde gezicht

hoor ik hem zeggen

dat hij mij zo heeft gemist

door mijn hoofd gaan

allerlei gedachten

over vriendjes van lang geleden

maar die volgens mij

nog niet zo oud waren

dat ze dit nu kunnen zijn

ineens het hoge woord

ik ben je vader

die ik nooit voor je ben geweest

terug in het verleden

altijd met mijn moeder alleen

over mijn vader werd nooit gesproken

niets over waarom hij

ooit verdween

stomme verbazing

ik vat het even niet

de wereld lijkt even

stil te staan

maar het einde was er niet

aarzelend hem

binnen gevraagd

of hij misschien koffie wilde

heel gek een vreemd man

die toch ergens vertrouwen geeft

eindeloze woordenstromen

die op gang gekomen zijn

mijn verloren vader

blijkt thuis gekomen

te zijn


hij was net mijn vader

ik kom thuis

word opgevangen

dan de woorden

je moet even niet schrikken

het is even iets dat

je niet verwacht

ineens het bericht

ik heb een broer

die al 69 is

ik heb een broer

waarvan ik 50 jaar

zjn bestaan niet wist

nooit geweten dat

hij er nog was

dat hij leefde

dat hij bestond

ineens wil hij

mij ontmoeten

mij zien en spreken

dat moet ik aangaan

van mezelf

heb ook genoeg dingen

die ik graag wil weten

bij aankomst

staat hij daar

ineens ben ik

compleet van slag

het is mijn

overleden vader

die daar staat


niet huilen mama

wonderbaarlijke reis

een eerste kerst

zonder dat ze thuis

zou zijn

stil in het vliegtuig

boven de oceaan

pakt ze de brief uit

om te lezen

die ze van haar

dochter kreeg

waarin geschreven

dat ze een brief stuurt

aan haar moeder

om haar te vertellen

dat het zo is

dat zij niet alleen

voor het eerst

de kerst niet viert

bij haar gezin

maar dat omgekeerd

dat ook het geval is

stil leest ze de woorden

die er staan

als afsluiting

schrijft haar dochter

dat ze niet moet

gaan huilen

dat blijkt zo stom

voor de onbekende man

naast haar te staan


blij

al vier weken

haar kleinkind

niet gezien

in gedachten

even terug

bij de dag

dat ze hem

toen leerde

blij blij blij

wat is mijn hartje blij

nu hij haar weer ziet

ineens

een grijns op zijn gezicht

zingt hij

blij blij blij

wat is mijn oma blij


een wonderkind

bijzonder kind

dat opvalt

door het anders zijn

zijn gevoelens

die hij

niet etaleert

maar zijn houding

die alles zegt

dat alles

laat ontstaan

wonderkind

dat zichzelf

niet de moeite

waard vind


worsteling met zijn gevoelens

hij net 15

staat met gebalde vuisten

hij kan het niet meer aan

schreeuwen dat het stoppen moet

zeggen dat hij

er ook niets tegen kan doen

hij vecht zijn leven

door het geroep

van flikker en homo heen

weet niet wat hij

moet met al die woorden

men die hem op het plein

steeds lastig valt

hij kan nog niet zeggen

dat hij op jongens valt

hij kan nog niet

zeggen

omdat als hij het vertelt

hij voor altijd

gevangen zit

in zijn gevoelens

die de wereld

om hem heen

niet pikt


hij kwam erachter

hij kwam er achter

hij wist ook niet

wat hij kan en doet

hij kijkt

hij vraagt

maar weet het

even niet

hij denkt en zoekt

naar de oplossing

zijn gevoelens in

twee strijd

wat moet hij er mee

zijn omgeving

weet het al lang

maar hij kan het

niet zeggen

hij weet wat

het is

maar neemt

het lot van zijn leven

nog niet in zijn hand


wanneer gaat hij weer weg?

onze zoon

toch wat in een

isolement

weet niet goed

hoe hij met

vriendjes

vriendschappen

aan moet gaan

om samen te spelen

en zo ook zijn

sociale vaardigheden

te ontwikkelen

uitgenodigd

een jochie uit de buurt

die hij niet kent

maar die wel aardig lijkt

bij binnenkomst

kijkt hij hem aan

ik stel hem voor

dat vriendje

twee bruine ogen

kijken naar mij op

zeggen dan

het is goed

wanneer gaat hij weer weg?

ik vind het nu

alweer genoeg


slecht 1 minuut stilte

een volle aula

kinderen van

amper 14 jaar

staan stil te denken

aan wat er is gedaan

een mede scholier

sprak zijn woorden

over haat

was boos

was kwaad

omdat hij

van school

zijn veilige haven

was gestuurd

hij begon te schreeuwen

hij wist niet

wat te doen

hij was vervuld van haat

toen hij het schot

liet gaan

nu staan

de kinderen

van de tijd

stil bij dat gebeuren

slechts 1 minuut

stonden ze

daar


k******** kan

ongeloofelijk

staart hij me aan

komt niet zo goed

uit zijn woorden

de rest speelt

raden maar

k******* kan

koffie kan

karnemelkkan

koffiemelkkan

meligheid ten top

iedereen dikke lol

hij niet

die ik zo goed ken

nadat ik hem

rustig heb gemaakt

blijkt hij te willen zeggen

dat hij dat niet kan


elke dag weer opnieuw

jong joch

amper 14

toch het

leven al te zwaar

opstaan

zijn eigen brood maken

zijn eigen kleren wassen

zorgen voor

zijn eigen ontbijt

zonder structuur

in zijn leven

zijn ouders zijn

de grip op de wereld

allang kwijt

zien niet eens

dat hij bestaat

loopt rond

in eigen gekozen

werelden

doet wat hij wil

het mag

het maakt niet uit

zijn ouders

weten niet eens

waarom hij dingen

doet

of waarheen

hij gaat

in het geheim

heel vertrouwd

verteld hij mij

dat hij gewoon

een keer

een NEE

wil horen

dat iets niet mag

omdat hij niet begrijpt

waar de grenzen in zijn leven waren


het woordje nee horen

vreemd vind hij het zelf

maar hij hoopt

op een woord

dat niemand

graag horen wil

een woord dat

hij niet eens kent

hij mag alles

hij kan zijn

eigen gang gaan

hij weet niet eens

wat het is

om te vechten

voor iets wat

hij echt graag wil

hij krijgt alles zomaar

vreemd vind hij het wel

hij wil zo graag

het woordje nee horen

om te leren

wat ergens

voor vechten is


loverboy

amper 13

maar wel uit de kast

via het internet

ging hij op jacht

raakte verstrikt

in de armen

van de ouderen

die een jong groen blaadje

wel lusten

die daar wel even

van smullen

verstrikt

in de armen van een man

die zo lief zo bijzonder

zal zijn

hij praat met hem

krijgt alle aandacht

die hij wil

langzaam komt hij

verder in het net

dat men om hem heen spant

hij moet eerst met die ene

dan met die andere vriend

naar bed

om zichzelf en zijn liefde

te bewijzen

op een dag

een traan

hij zoekt

een oplossing uit zijn kooi

kan hem niet vinden

weet niet hoe

hij hieruit raken kan

langzaam

pakt hij het mes

deze loverboy

ging net te ver

brak een kwetsbaar leven af

die nu gevangen

in zijn angst

zichzelf van zijn

leven benam


even keek ik niet

ineens

hoor ik een gil

keihard

door de ruimte

waar ik loop

ik zie een kind

vallen

die zich niet

meer overeind kan houden

de damp van kruid

dat de ruimte vult

maakt ineens

van alles los

langzaam

er naar toe gegaan

langzaam

kijken wat er

aan de hand is

het kind viel

struikelde over

een kabel die er lag

het rotje dat

knalde was

een misplaatste

grap


mijn buik wil naar mijn vader toe

net 5 jaar

voor het eerst

naar een feestje

waar hij voor is gevraagd

cadeautje gekocht

samen uitgezocht

hij vol grote moet

onderweg naar

dat vriendje toe

bij de deur

kusje afscheid

maak een mooi feest

en geniet

nog geen uur later

de telefoon

dat het niet gaat

of ik mijn zoon

weer ophalen kan

hij huilt hete tranen

vind het feest niet leuk

omschreven met

prachtige woorden

mijn buik wil

naar mijn vader toe


verdrongen beeld

woorden lezen

ineens zie ik

het weer

in mijn hoofd verschijnen

dat wat ik vergeten ben

de man in het zwembad

die me zag

toen ik 6 jaren was

meegelokt

naar het kleedhokje

waar hij zijn handen

naar plekken van mij bracht

die ik nog nooit

zo had ervaren

zwembaden waren

vanaf die tijd

voor mij verboden terrein

13 jaar

lopen langs de sloten

door het open veld

stoeien met een vriendje

de eenden die daar zwommen

moesten terug

naar de eetplek

vreemde man

oud en gerimpeld

begint een gesprek

over hoe we ze het

beste kunnen vangen

helpt ons totdat

de eenden zijn gered

dan ineens

zijn hand achter mijn hoofd

zijn mond die

me kussen wil

hard gegil

rennen alsof mijn leven

er van afhangt

rennen om niet meer

gevangen te zijn

eenden vangen

in het open veld

was vanaf toen

verleden tijd

23 jaar

een man die ik vertrouw

gewoon lekker een avond

bij elkaar

leuk praten

de wijn die rijkelijk vloeit

blijf je slapen

ach waarom ook niet

ik ken hem goed

ineens in de nacht

zijn handen die

mijn lichaam raakt

ondanks de nee

het verzet

dat gebroken door

de wijn

het niet red

terug naar huis

gevlucht

nadat het was gebeurd

de angst

het gevoel

dat dit niet kan

vechten tegen

schuldgevoelens

het beeld

dat nu ineens

weer helemaal

terug kwam

het vertrouwen

voor eeuwig

beschaamd


wenkbrauw ?? gebogen

in de ochtend

staat hij daar

dat joch

van net 7 jaar

hij kijkt ondeugend

ik weet al wat

er gebeuren gaat

hij springt op mijn bed

doet gek doet raar

zijn wenkbrauw gebogen

zodat hij naaapt van

zijn andere pa

samen dikke lol

dikke pret

schaterlachend

rollen we door het bed


mijn dromen blijven altijd

het bereiken van de liefde

het verspreiden van mijn

woorden door de wereld

het aanraken

van een verdrietig kind

het geven van de lach

die een kind vergeten is

die ene aai over die bol

die hij net nodig had

de dromen die er zijn

die ik geven wil

die blijven altijd

als een kinderhart

wederom open gaat


dapper slikken en toch zeggen

zijn gevoeligheid

is veranderd

hij kan nu zeggen

wat hij voelt

wat hij wil

hij weet het nu

zeker dat hij

geen meisjes wil

hij is er nu van overtuigd

dat hij zijn leven

met de mannenliefde

zal vervullen

het was een enorme

innerlijke strijd

zijn vriendinnen

die altijd hem hielpen

die hem beschermden

als hij weer eens niet wist

hoe te reageren

als ze zeiden

homo flikker

rot toch op

dankbaar

als hij was

weet hij nu

dat het zo niet gaat

dat hij het is

waarom de anderen

dit tegen hem zeggen

ze willen dat die meiden

contact met hun maken

hij moest het nu zeggen

voor hem is iets veranderd

is het ineens

niet meer zo erg

hij hoeft niet meer

te schrikken

als men homo zegt

zijn beeld van zichzelf

is veranderd

zijn innerlijk conflict geslecht

nu heeft hij na moeilijk slikken

het tegen zijn vriendinnen gezegd

dat ze niet meer voor hem

hoeven op te komen

dat het niet meer werkt

hij kan het zelf wel aan

ze helpen hem

door gewoon naast

hem te staan


onbegrepen op de aarde

hij nog tenger

nog dwaas

van alles wat

hij in zijn leven

al voor zijn

kiezen had gehad

stond daar

op de brug

te staren

naar het water

dat zijn naam

riep om te komen

zonder zich

nog te bedenken

spong hij

naar het lokkende water

de golven namen hem

met zich mee

onbegrepen op de aarde

dreef hij

naar de volheid

van de begripvolle

zee


wat is hij dapper

amper vijftien

amper wijs genoeg

om het leven

echt te begrijpen

maar toch

staat hij daar

met opgeheven hoofd

met een trotse blik

in zijn ogen

hij heeft zijn angst

overwonnen

hij is zoals

hij weet

anders

dan de mannen

die hij kent

hij is gewoon zichzelf

en ongelofelijk trots

dat hij is wat

men denkt


“ik ben aan de telefoon”

mijn zoon

altijd te veel praatjes

aan de tafel

steeds klets hij maar raak

om hem even

stil te laten zijn

pak ik de mok op

doe alsof er telefoon

voor hem is

hij pakt hem aan

begint een heel gesprek

over hoe en wat

over dingen die

iemand heeft gezegd

terwijl we klaar zijn

met het eten

zeg ik hem

dat hij moet opschieten

het duurt nu veel te lang

dat getreuzel met het eten

ineens kijkt hij me aan

zegt dan dat hij

niet eten kan

hij zit aan de telefoon

en praat nog niet zo lang


smaak jij naar chocolade?

mijn zoon

donker getint

omdat hij uit een

ander land komt

waar de zon

altijd schijnt

zit met een blank vriendje

op de bank in de kamer

ineens vraagt dat vriendje

of hij naar chocolade smaakt?

mijn zoon kijkt hem aan

vraagt of zijn vriendje naar

vanille smaakt

voor ik ingrijpen kan

zitten ze elkaar

te belikken

proeven ze van elkaar

de blikken die ze

op elkaar richten

spreken duidelijke taal

de een smaakt niet naar chocolade

de ander ook niet naar vanille

ze smaken gewoon

allebei

normaal


kinderen zien geen kleuren

mijn zoontje

in tranen

hij komt thuis

nadat hij met

een vriendje zou spelen

die hij net kent

bij binnenkomst

hoort hij de vader zeggen

dat hij het niet goed vind

dat zijn zoon

met een roetmop speelt

hij werd naar huis gestuurd

zonder dat hij wist waarom

ik ben meteen

in de telefoon geklommen

om mijn verhaal te halen

de wereld was niet alleen

te klein maar tevens

werden de kleuren

verboden

de roze liefde die ik heb

het bruine kind

dat ik zo geweldig vind

ik heb met een brok

in mijn keel

de hoorn op de haak gelegd

mijn kind geknuffeld

en hem gezegd

dat ik hoop

dat velen net als

hij en ik zouden zijn

die niet kijken naar kleuren

maar kijken of

iemand gewoon

mens kan zijn


dat joch dat zijn blik groter maakte

nu zit hij daar

praten we even

over hoe het gaat

hij vertelt

dat hij de nieuwe

vriendin van zijn

vader haat

dat hij niet met haar

om wil gaan

dat hij gewoon

vreselijk kwaad is

op haar

omdat hij zijn vader

zijn gezin ontnam

dat zij zijn moeder

pijn heeft gedaan

al pratende komt hij ineens

tot inzicht

dat het iets anders is

dat hij niet haar

moet haten

dat dat niet klopt

maar dat hij

moet leren accepteren

dat het niet meer ging

tussen zijn

vader en moeder

dat zij niet de oorzaak is

dat het mis ging

maar dat zij toevallig

een pion in het spel

bleek te zijn

waardoor het niet meer

tussen zijn ouders

ging


zal ik een slaapliedje zingen

onwennig nog

staan we daar

bij het kind

dat ons is gegeven

voor de periode

van heel even

hij kon niet verder

in het leven waar hij was

zijn ouders

konden niet meer

voor hem zorgen

ze waren hem meer dan zat

steeds weer over de grenzen heen

steeds weer net te ver gegaan

zodat ze in wanhoop

hem maar in een

tehuis hebben geplaatst

wij zagen hem

daar staan

het opgeschoten schoffie

met op zijn wang

een traan

van het onmogelijk begrijpen

dat de liefde van ouders

soms zomaar wijken

we besloten dat we hem

zouden opnemen

in ons huis

misschien in ons hart

terwijl hij in zijn bed ligt

zit ik nog even bij hem

praat over hoe het

hier toe gaat

ineens heel teder

zijn hand

dat de mijne aanraakt

zacht zegt hij

ik heb niets gedaan

wil je bij me zijn

deze nacht

ik kijk hem aan

mijn hart breekt

hoe kan een kind

van amper 7 jaar

al zo breekbaar zijn

zacht begin ik te zingen

het liedje van de slaap

heel voorzichtig

zingt hij mee

de woorden eerst stil

steeds luider

totdat hij breekt

zijn tranen stromen

over zijn wangen

terwijl hij zegt

nooit eerder heeft

iemand voor mij gezongen

terwijl ik bijna slaap


warrige haren doorwoelt

terwijl ik nog stil

zit bij te komen

van het chaos

van het leven

alles teveel

nooit stil genoeg

mezelf verloren

in het moment

van het verdriet

staat daar ineens

dat joch

dat me aankijkt

nog geen jaar bij ons

maar al aardig

weer gegroeid

al een open blik

de wereld dat

naar hem lacht

ineens pakt hij

stil mijn hand

stopt er een

verlepte paardenbloem

in mijn hand

om me te troosten

even raak ik overvol

de tranen die lopen gaan

zacht streel ik even

door zijn met gel

warrig gemaakt haar

het is gek

ik zou hem opvangen

nu maakt hij mij

blij


ze liggen zo lief te slapen

beiden waren ze

in de nacht

dat ik thuiskwam

de chaos in de gang

in de keuken een ravage

van wat een feestmaal

is geweest

moedeloos

zak ik op de bank

kijk om me heen

teveel troep

verloren speelgoed

dat nog ergens zomaar ligt

uiteindelijk naar boven

op kousenvoeten

met een zwaar hart

bij het openen van

de slaapkamer

waar wij altijd

even met z’n tweeen zijn

zie ik jullie liggen

mijn geliefde

met zijn arm

om het joch

dat ons leven

zo kleurt

in hun brave ondergoed

dicht tegen elkaar aan

mijn hart breekt

van deze tederheid

ze zijn zo lief

in hun slaap


hij wilde ons beschermen

als een ketting

niet stuk kan

dan slaat dat wel op ons

beiden tot in onze tenen

verslaafd

we ontsteken de ene

met de andere

heerlijk vinden we dat

even bij praten

even samen op de bank

met een peuk en een asbak

op een dag

verdwenen zomaar sigaretten

we vroegen elkaar

hoe dat kwam

of ik gerookt had van jou

of jij van mij

het bleef niet bij één pakje

maar soms de hele slof

natuurlijk onze zoon

gevraagd of hij soms

stiekem rookt.

Maar zijn afschuw kennende

zal dat wel niet

op een dag

zijn kamer aan het opruimen

ik vind de ene pakje

na de andere

op verschillende plekken

verstopt

bij thuiskomst hem

aan zijn jas getrokken

hem eens grondig ondervraagt

met tranen in zijn ogen

verteld hij mij

dat hij bang is

dat we dood gaan

zoals hij dat op

de tv zag

en dat hij ons niet

kwijt wil

daarom de sigaretten

heeft verstopt.

Ik kijk hem aan

Kan hem niet beloven

Dat ik stoppen zal

Maar de overweging

Is wel enorm


hier sliep mijn moeder altijd

op bezoek

bij het kind

uit mijn klas

die zijn moeder

verloor

die verstrikt in verdriet

niet weet hoe hij

verder moet

praten met hem

over de dood

over het leven

pakt hij mijn hand

neemt me mee

naar het grote bed

legt liefdevol

zijn hand

aan de rechterkant

verteld dan

dat daar zijn moeder

altijd sliep

dat hij nog steeds

denkt dat hij haar ziet

stil kijkt hij mij aan

raak ik hem aan

geef hem een knuffel

omdat ik ineens

het grote bed

van mijn ouders

weer voor me

zie staan

met het zelfde beeld

mijn moeder die er ligt

haar laatste adem

die in de stilte verdween


is het mijn schuld

ineengekrompen

staat hij daar

het joch van

net 8 jaar

tranen over zijn wangen

het verdriet is veel te zwaar

hij kijkt me aan

met de vraag

in zijn ogen

die hij nu pas stellen kan

de ruzie die hij had

met zijn kleine broertje

voordat hij weg ging

met een kwaaie kop

de auto die hij

niet zag

de gil van zijn moeder

de automobilist die

totaal van de kaart was

de wanhoop

van het laatste gevecht

hij vraagt me of het

zijn schuld is

dat zijn broertje

er niet meer is…


een derde bord erbij

mijn zoon en ik

al manden alleen

met z’n twee

een vriend

die regelmatig even langskomt

die dan even met hem speelt

met mij praat

over het leven

wat ik leid

terug getrokken

nergens tijd voor

laat staan

om te gaan kijken

naar iemand die

me beminnen wil

mijn zoontje

zet bij het tafeldekken

een derde bord erbij

hij nodigt die vriend uit

om te blijven

niet voor even

maar voor altijd


pas 14 en al zoveel meegemaakt

zijn ogen

bruin doorleeft

met het verleden

dat hij draagt

kijken naar

de mensen

die hem voorbij gaan

zijn hand uitgestrekt

met de vraag

of iemand misschien

wat geld kan missen

voor een plekje

in de nacht

zijn lichaam

dat doorleeft

al vele mannen

het genot brachten

zodat hij

even weer leven kan

pas 14

en al zoveel

meegemaakt


niet doen Cindy

onze zoon

net 7 jaar

tot over zijn oren

verliefd op

het leven

op een meisje

uit zijn klas

helemaal vol

is hij van haar

ze is alles

ze is helemaal

de prinses die langs kwam

ik kijk hem aan

in de nacht

net voor het naar

bed gaan

loop ik nog even naar

hem toe

dek hem nog

even toe

een goede nachtzoen

op zijn wang

waarop hij in

zijn slaap mompelt

“niet doen Cindy,

ik ben nu te moe”

Hits: 87