
het nooit meer horen van zijn stem
mijn lief
de dag dat je ging
mijn hart brak in miljoenen tranen
omdat ik me besefte
dat ik nooit meer
jouw stem zal horen
als ik thuis kom
dat ik nooit meer
hoef te roepen ik ben thuis
om jouw stem te horen
dat jij blij bent
dat ik er weer ben

zijn stem vult de stilte niet meer
in de stilte
van de avond
als ik even aan je denk
je in mijn gedachten hoor praten
de woorden die je zei
dat je zo kon genieten
van het leven
van de muziek die je hoort
maakt dat de stilte
die ik nu hoor
zo leeg is omdat ik
jouw stem niet meer echt hoor

mooie dag
de zon komt op
zomaar zonder te vragen
geeft hij mij licht
verwarmt hij mijn hart
het is zoals elke dag
steeds weer
de nacht verdwijnt
alsof in de nacht
mijn lief niet voorgoed
is weggegaan

ik dwaal door het leven
trage uren
voor de storm
wetende wat komen gaat
kruip ik in mijn
verborgen hoekje
ergens in mijn hoofd
dwaal ik door de straten
naar waar ik
niet meer herkenbaar ben
totdat ik weet
dat de storm is gaan liggen
ik weer tevoorschijn komen kan
om mezelf te zijn

altijd is er die glimlach
de onmogelijkheid
van de liefde
die mijn hart raakt
door elke dag
als ik hem zie
op mijn gezicht
een glimlach ontwaakt
gewoon omdat
ik hem zie

de zachtheid doorbreekt het verlangen
de gaten in mijn
onvervuld verlangen
naar de liefde
die niet komt
die soms er is
dan weer verdwijnt
in het onbegrip
met de vraag waarom
blijkt de zachtheid
van het verlangen
steeds meer gevuld
met de tevredenheid
van het zijn

onaanraakbaar aangeraakt
zwijgende momenten
van niets zeggen
niets voelen
niets denken
gevangen
in de stilte van het samen zijn
geen woorden
die we spreken
alleen onze ademhaling
verbindt ons
in het samen zijn